Gebrek aan ijzer en privacy.

Gebrek aan ijzer en privacy.

 

“Dit zal wel je laatste keer zijn he? Ik had je eigenlijk al niet meer verwacht…”

De setting: een zaaltje in een ziekenhuis. Acht bedden met vier mensen die ‘s morgens binnengekomen zijn en na een paar uur of een dag weer vertrekken. Ze krijgen allemaal een infuus aangekoppeld en slapen, lezen of vervelen zich hun tijd door. De vloeistof  die bij de diverse mensen naar binnen wordt gepompt, is niet dezelfde. Bij de een (bij mij) is het slechts een ijzer-complex vanwege bloedarmoede. Alle anderen zitten aan hun chemo. Zij zijn degenen die slapen, of lezen. Ik heb van alles bij me: muziek en koptelefoon, laptop om te kunnen werken, mijn Iphone voor een whatsappje met het thuisfront.

Alles om me heen onder handbereik  op het bed. Ik neem liever de stoel naast het bed en doe alsof ik op mijn laptop werk.

Van werken komt het namelijk niet, net zo min als van muziek luisteren. Ongewild luister ik het meest intieme gesprek af dat ik ooit opving. Een gesprek tussen een jonge vrouw (sjaaltje om haar hoofd, grauwe kleur, vermoeid lijf) en de verpleegkundige van de afdeling. Blijkbaar kennen ze elkaar al lang. De verpleegkundige zwengelt het gesprek aan: “Dit zal wel je laatste keer zijn he? Ik had je eigenlijk al niet meer verwacht…” De jonge vrouw blijkt terminaal. Haar kanker liet zich niet bedwingen door welke behandeling dan ook. Ze zegt dat ze nu nog een keer een chemo doet voor wat symptoombestrijding.  Terwijl het gif in haar arm loopt, vertelt ze dat ze bezig is een afscheidsdoos  te maken voor haar twee dochters. Brieven, filmpjes, cadeautjes voor komende verjaardagen.

Ik wil niet naar haar kijken, gun haar privacy die er niet is. Maar ik kan me niet afsluiten voor haar woorden. Ze vindt het fijn dit met de verpleegkundige te delen. Zo klinkt het tenminste.  Maar realiseert ze zich dat, al werd het hele gesprek op gedempte toon gevoerd, er nog 3 mensen meeluisteren? Wildvreemden? Die haar horen verhalen over de  worsteling het leven en haar gezin los te laten? Over alle uitvaart-voorbereidingen die ze getroffen heeft, over de pijn en onmacht van haar man…?  

In mijn jaren als uitvaartondernemer voerde ik ook dergelijke gesprekken; voorgesprekken noemen we ze in vakjargon. Niet alleen alle aspecten van de uitvaart doornemen, maar ook handreikingen doen voor het afscheid nemen an sich. Ik vond het altijd erg bijzondere ontmoetingen en nooit voelde ik me opgelaten. Dankbaar, ja! Omdat ik in deze intimiteit mocht treden en een klein steentje mocht bijdragen. Geraakt, ja! Omdat ik wist dat ik deze mens wel weer terug zou zien, maar dat hij of zij dan niet meer leefde en ik wel.

Maar nu, in dit tl-verlichte ziekenhuiszaaltje wil ik alleen maar weg. Deze intimiteit is niet voor mij bedoeld. Mijn ongemak neemt met de minuut toe – wat doe ik daar nou helemaal? Pfff, een beetje ijzergebrek. Daar ga je niet dood van. De mensen om me heen vechten om te blijven leven en de jonge vrouw op het bed tegenover me doet zelfs dat niet meer.

Mijn behandeling duurt drie uur, daarna mag ik weg. Alle anderen blijven. Ik voel me een lafaard als ik alleen maar  “Dag, sterkte allemaal hoor” zeg bij het verlaten van de zaal. In de maanden daarna keer ik nog twee keer terug voor een ijzer-infuus. Ik tref haar niet meer.

Reactie schrijven

Commentaren: 0